Kweekvlees: wat moeten we ervan denken?

Terug naar blog

Kunstmatig gekweekt vlees, dat als een duurzamer alternatief wordt voorgesteld, is voorlopig vooral voer voor vurige debatten. Toch zijn talrijke start-ups overal ter wereld laaiend enthousiast. Utopie of realiteit? Wanneer mogen we kweekvlees op ons bord verwachten? Komt het onze gezondheid en de planeet ten goede? Kunnen we echt concurreren met de natuur? Karott’ nam deze (r)evolutie onder de loep.

In 2013 werd in Londen de eerste in vitro geproduceerde steak voorgesteld. Hij woog 142 g en kostte € 285.000. Een peulschil, toch?!? Wat is er sindsdien gebeurd? Hoever staat het onderzoek? Voor welke grote uitdagingen staan de start-ups die de mens op een andere manier willen voeden? Krijgen we binnenkort kweekvlees op ons bord?

Een hobbelig parcours vol tegenstrijdigheden

Aan de oorsprong van het idee ligt uiteraard de wens om de uitbuiting van dieren te stoppen en de bijhorende ecologische voetafdruk te verlagen. De veeteelt is verantwoordelijk voor bijna 18 % van de broeikasgassen. Een groot deel daarvan bestaat uit methaan (CH4), afkomstig van het herkauwen en van de uitwerpselen van de dieren, en distikstofoxide (N2O).

Volgens een studie van de universiteit van Oxford uit 2011 zou de uitstoot van broeikasgassen bij de productie van kweekvlees 96 % lager liggen dan bij de productie van ‘natuurlijk’ vlees. Dit zou bovendien tot 96 % water en 45 % energie kunnen besparen.

Meer was er niet nodig om de belangstelling van enkele miljardairs te wekken, die bereid waren om dit project te financieren via start-ups. Zo ging de bal aan het rollen. Zelfs zo goed dat Memphis Meats, een start-up uit Californië die zich specialiseert in voedseltechnologie, in 2016 een eerste rundsgehaktbal, vervaardigd op basis van stamcellen, aan de wereld voorstelde.

Wereldwijd volgden anderen (Just, Integriculture, Aleph Farms, Mosa Meat, Future Meat Technologies enz.) hun voorbeeld en kwam er een heuse race tegen de klok op gang in de ontwikkeling van kweekvlees.

Al vlug draaide ook de mediamolen op volle toeren. Sommigen maakten zich al gauw meester van het onderwerp door het met het grote publiek te delen, zoals Paul Shapiro, auteur van Clean Meat (‘schoon vlees’). Hij voorspelt dat er weldra voor iedereen (zelfs de vegetariërs) schoon vlees zal zijn, zonder dierenleed, om de hele planeet te voeden.

Het publiek was meteen enthousiast of juist ongerust, zonder al te nieuwsgierig te zijn naar de omstandigheden waarin dit nieuwe type vlees tot nu werkelijk wordt geproduceerd! We komen er nog op terug …

Het gloednieuw onderzoeksveld op zijn kop gezet

In februari 2019 haalde een nieuwe studie van de universiteit van Oxford, gepubliceerd in het tijdschrift Frontiers Sustainable Food Systems, de pijlers van dit gloednieuwe onderzoeksveld onderuit door te wijzen op een fundamentele fout: alle broeikasgassen waren op gelijke voet gezet. Volgens de onderzoekers van deze studie leidde dit tot rekensommen die kweekvlees vanuit ecologisch standpunt in een heel positief daglicht stelden.

Een beetje chemie om de zaak beter te begrijpen … “Methaan is een veel krachtiger broeikasgas dan CO2, maar blijft slechts 12 jaar in de atmosfeer. CO2 stapelt zich daarentegen duizenden jaren lang op.” De onderzoekers namen de gegevens van de voorgaande studies over, maar zetten de verschillende emissies deze keer om in termen van CO2-equivalent over een periode van 100 jaar en projecteerden verschillende consumptiehypothesen, waarbij ‘natuurlijk’ vlees geleidelijk aan door kweekvlees werd vervangen, voor een periode van 1.000 jaar ver.

Ze toonden aan dat zelfs de meest vervuilende veeteelt na 450 jaar interessanter wordt in termen van opwarming dan kweekvlees, ook al is de aanvankelijke koolstofafdruk bijna dubbel zo hoog. Met andere woorden, hoe meer we vorderen in de tijd, hoe minder interessant de productie van kweekvlees vanuit ecologisch oogpunt blijkt.

Emissies van broeikasgassen (kg per kg verkregen vlees) en aardopwarmingsvermogen vergeleken met CO2 over een periode van 100 jaar voor de verschillende productiemethoden. Op een heel lange termijn (1.000 jaar) wordt het ecologische voordeel van kweekvlees tenietgedaan.

Welke productieomstandigheden?

Een thesis van de Universiteit Gent (academiejaar 2017-2018) licht een tipje van de sluier over de huidige productiemethoden van kweekvlees en de moeilijkheden waarmee laboratoria te kampen krijgen tijdens de opeenvolgende etappes van het proces.

Zo leren we onder meer dat de voor kweek geschikte stamcellen vandaag worden afgenomen van donordieren, geselecteerd en in quarantaine gehouden onder strenge omstandigheden (steriele ruimten, optimale voedingscondities enz.). De afgenomen stalen worden gereinigd met ethanol en bewaard in suspensies met een combinatie van antibiotica. Dit bevestigt de laboratoriumomgeving waarin de dieren zich bevinden (hygiëne, protocol voor tests op de aanwezigheid van op de mens overdraagbare microben enz.). Dit heeft nog bitter weinig met een natuurlijke boerderij te maken!

De thesis leert ons ook dat, om de ontwikkeling van deze stamcellen te vrijwaren, het nodig is te kweken in opeenvolgende kweekmilieus, die alle noodzakelijke componenten leveren voor hun groei (voorteelt, groei, differentiëring): aminozuren, vitamines, zouten, glucose, organische supplementen, hormonen, groeifactoren en antibiotica. Maar er is ook een serum nodig met essentiële elementen, zoals eiwitten, oligo-elementen, bindings- en voortplantingsfactoren, nutriënten, hormonen en groeifactoren.

Vandaag gebruiken ze vooral serum van kalverfoetussen, dat wordt afgenomen van drachtige koeien tijdens het slachten. Dit ‘detail’ wordt in artikels en werken die voor kweekvlees pleiten uiteraard liefst achterwege gelaten. De realiteit toont ons dat de productie van kweekvlees in de huidige fase nog sterk van dierlijke producten afhangt.

Uitdagingen op grote schaal

Voorlopig produceren de start-ups alleen kweekvlees in de vorm van burgers of worsten, maar nog geen echte steak! En om grote volumes te kunnen produceren, zullen gesofisticeerde en energieverslindende bioreactoren nodig zijn. Zullen ze op grote schaal kwaliteitsvlees met homogene weefsels, een aanvaardbare smaak en een betaalbaar prijskaartje kunnen produceren? Dat zal nog moeten blijken …

De milieu-impact mag dan wel de drijfveer achter deze initiatieven zijn, toch moet die impact 100 % transparant en ondubbelzinnig worden aangetoond. Tot nog toe is de milieu-impact nog niet gekend en meetbaar, want het product is nog niet beschikbaar. Wordt dus vervolgd …

https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/481/330/RUG01-002481330_2018_0001_AC.pdf